4 5 6 5 5 -4 5 -4 Ik liep een beetje door de stad -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Ik had geen doel ik deed maar wat 3 4 4 -4 4 5 4 4 4 -4 -4 5 -4 Toen bleek in-eens, ik stond er weer als ie-de-re keer 4 5 6 5 5 -4 5 -4 Die ou-de plek in Am-ster-dam -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Waar ik al dui-zend ma-len kwam -3 3 4 -4 4 5 4 4 3 4 4 -4 4 En waar ik al-tijd weer wil zijn het Wa-ter-loo-plein
5 -4 4 -4 4 5 5 4 -4 4 Oh Wa-ter-loo-plein, . . . . . -5 5 4 5 -4 6 6 -6 5 -4 Oh Wa-ter-loo-plein . . . . . 4 5 6 5 5 -4 5 -4 't Is mooi en le-lijk te-ge-lijk -4 4 5 4 4 -3 4 -3 ar-moe-dig en toch ook weer rijk -3 3 4 -4 4 5 4 4 3 4 4 -4 4 't Is wee-moed met een scheu-tje gein het Wa-ter-loo-plein
4 5 6 5 5 -4 5 -4 Een vo-gel-kooi, een man-ke stoel -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Een naai-ma-chi-ne zon-der spoel 3 4 4 -4 4 5 4 4 4 -4 -4 5 -4 Een oud bu-reau, 't kost bij-na niets een roes-ti-ge fiets 4 5 6 5 5 -4 5 -4 De koop-man zegt 't is echt an-tiek -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Je zeurt en pin-gelt om een piek -3 3 4 -4 4 5 4 4 3 4 4 -4 4 Zo hoort het ook, zo moet het zijn op 't Wa-ter-loo-plein
Oh, Waterlooplein …
4 5 6 5 5 -4 5 -4 Een Keul-se pot, een ko-len-kit -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Een steel-pan waar een gat in zit 3 4 4 -4 4 5 4 4 4 -4 -4 5 -4 Een naak-te e-ta-la-ge-pop maar dan zon-der kop 4 5 6 5 5 -4 5 -4 Die Am-ster-dam-se rom-mel-markt -4 4 5 4 4 -3 4 -3 Van al-les bij el-kaar ge-harkt -3 3 4 -4 4 5 4 4 3 4 4 -4 4 Een zooi-tje en toch is het fijn mijn Wa-ter-loo-plein
Oh, Waterlooplein …
|